Wies van Leeuwen, 3 mei 1990
Context(Bouw)historie:De Vughterweg waaraan het pand is gelegen vormt één van de oude uitvalswegen van de stad en is de verbindingsweg tussen Den Bosch en Vught. Op oud kaartmateriaal is de weg goed te zien. Via de binnen de vesting Den Bosch gelegen Vughterstraat en de Vughterpoort bereikte men deze langs de Dommel gesitueerde uitvalsweg. Zoals gebruikelijk bij de meeste steden en dorpen kwam er ook hier in de late 19de en eerste helft 20ste eeuw lintbebouwing in de vorm van villa’s en grote huizen in bijbehorende tuinen die aan Den Bosch en Vught een welvarend aanzicht verleenden. Verder is er direct ten westen van de bebouwing waartoe het onderhavige pand behoort een klein villawijkje (Vughterpoort) dat uit het interbellum dateert. Dit uit de Willem van Oranjelaan bestaande wijkje is aangelegd ter plekke van een gesloopte gasfabriek. De onderhavige villa maakt tezamen met de overige tot de betreffende reeks behorende bebouwing deel uit van deze wijk.Het pand dateert uit 1936-1937 en architect M. van Beek uit Eindhoven leverde het ontwerp. Dr. H. van Velthoven was de opdrachtgever. Hij was wethouder in ’s- Hertogenbosch, lid van de eerste kamer en lid van de Raad van Staten. Van Beek was zowel voor als na de oorlog actief, vooral in Brabant. Hij kan worden getypeerd als een typisch katholieke architect met diverse opdrachten voor kerken, kloosters en scholen. Zo bouwde hij in Eindhoven zelf de H. Theresiakerk (1928) en de r.k. kerk aan het Pastoor Van Arsplein (1930). In Tilburg schiep hij de Sacramentskerk (1931) en het daarachter gelegen St.-Lidwinaklooster (1936, i.s.m. F. Vervest). De H. Petruskerk die hij voor de oorlog in Gennep had gebouwd is door hem in 1949-1950 tengevolge van oorlogsschade herbouwd. De villa aan de Vughterweg 27 voerde hij uit in landhuisstijl, aansluitende bij de vernieuwende ontwikkelingen op het gebied van de villa- en landhuisbouw. Karakteristiek is de schilderachtige opzet met een deels verspringende bouwmassa en een vrij hoge en deels afgewolfde kap. Door het in handvormsteen uitgevoerde metselwerk in Vlaams verband kreeg het ontwerp een ambachtelijke uitstraling. De van roedenverdeling voorziene ramen en kruiskozijnen, alsmede de toepassing van luiken versterken het landhuiskarakter. Voor de indelingsstructuur is uitgegaan van een centrale hall, waaromheen de diverse vertrekken op een efficiënte wijze zijn gerangschikt. Voor zover uitwendig zichtbaar onderging de villa in de loop van de tijd geen ingrijpende wijzigingen. Ligging:Het pand ligt vrijstaand aan de westzijde van de tegenwoordig als een drukke verkeersweg | 2 |
fungerende Vughterweg. Hier maakt het object deel uit van een reeks villa’s langs een halfrond plantsoen dat tezamen met een vergelijkbaar plantsoen aan de oostkant van de Vughterweg een onderbreking vormt langs het rechte tracé van de straat. Aan beide kanten vormen de betreffende villa’s een halfronde reeks. Het hier bedoelde pand vormt vanuit het zuiden gezien de eerste villa binnen de betreffende reeks. Verder is er laanbeplanting in de vorm van forse platanen. BeschrijvingAlgemeen (hoofdvorm, kap):Het bouwwerk heeft een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en telt één bouwlaag en een kap in de vorm van een afgewolfd zadeldak met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. De kap staat haaks op de voorgevel en omvat een bovenverdieping en een vliering. Op de vrij brede overstekken sluiten mastgoten aan. Op de nok heeft het dak twee gemetselde schoorstenen. Op het rechter schild zijn er twee houten dakkapellen met een plat dak en van roedenverdeling voorziene ramen. Het metselwerk van de gevels bestaat uit roodbruine handvormsteen in Vlaams verband. Ramen en deuren zijn in hout uitgevoerd en langs de vensters bevinden zich bakstenen lekdorpels. Langs de bovenzijde zijn ze voorzien van strekken. Het merendeel van de vensters heeft houten paneelluiken met gesmede klinknagels. De ramen en bovenlichten zijn verlevendigd met roedenverdeling.Het pand is deels onderkelderd. Voorgevel:De op de straat gerichte voorgevel (oostzijde) heeft een asymmetrische indeling. Links op de begane grond zijn er twee vensters met een kruiskozijn. Uiterst rechts bevindt zich een venster dat half zo hoog is en twee ramen bevat. Twee drielichtsvensters voorzien de bovenverdieping van daglicht.Zijgevels:Aan de rechterkant (noordkant) bevindt zich de hoofdingang welke wordt voorafgegaan door een bakstenen stoep. De ingang is voorzien van een voordeur met een deurraam met roedenverdeling. Links bevindt zich een venster met twee ramen en bovenlichten. Rechts van de ingang zijn er twee kleine vensters. Vervolgens wijkt de gevel schuinsgewijs terug, ter plekke van een dienstingang. Rechts hiervan zwenkt de gevel uit en bevindt zich een éénlaags garage-uitbouw die via een veelzijdige steekkap aansluit op de hoofdkap. De garage is bereikbaar via een brede ingang met een dubbele deur.De asymmetrie van de linker zijgevel wordt versterkt door de verspringende opzet met een in de kap doorgestoken dakhuis met steekkap. Op de begane grond is er links een drielichtsvenster. Rechts daarvan is een klein venster gesitueerd en uiterst rechts een venster met twee ramen en bovenlichten. Het links gelegen dakhuis ontvangt daglicht door twee vensters met elk twee draairamen, waarvan één is voorzien van een doorval beveiliging. Achtergevel:Ook de achtergevel is asymmetrisch van opzet. Links een uitspringend deel van de garage met gemetselde opslagplaats voor kolen. Daarnaast de achterdeur, geflankeerd door een zesruits venster en twee gekoppelde zesruits vensters. Op de verdieping 3 gekoppelde zesruits vesnters en rechts daarvan nog een. Rechts het uitstekende balkon met daaronder afsluitbaar terras. | 3 |
Ruimtelijke indeling:Blijkens de bouwtekeningen heeft de villa een centrale hall. Langs de voor- en linker zijgevel bevinden zich de hoofdvertrekken. Het dienstgedeelte met keuken en bijkeuken werd langs de achtergevel gesitueerd.Interieurelementen:Het interieur bevat veel authentieke elementen en tal van details die verwijzen naar de bouwtijd en de eerste bewoners. Zo is de badkamer oorspronkelijk alsook de studeerkamer en de daarin gemaakte kasten. In de woonkamer een neorenaissance houten schouw met getordeerde zuilen en gesneden leeuwenkoppen in de kroonlijst. Op de verdieping paneeldeuren met zesruits bovenlicht. Cassetteplafond in de hal. Aardig detail is een nog functionerend dienstbode belsysteem. Het interieur is mede beschermd voor zover het monumentale waarden omvat.Erf, bijgebouwen, diversen:Langs de voortuin bevindt zich een lage tuinmuur in handvormsteen en met langs de bovenzijde een rollaag. Een dubbel draaihek in hout biedt toegang tot het terrein.In de achtertuin herinneren drie lindebomen aan de drie kinderen van de opdrachtgever. | 4 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenHet pand Vughterweg 27 heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de samenhang met de historische gebouwde omgeving die dateert uit de periode van het interbellum. Het pand maakt deel uit van een gave reeks gevarieerd vormgegeven historische villa’s in bijbehorende tuinen, welke in een halfronde lijn zijn gegroepeerd. Tezamen met de tegenoverliggende villareeks aan de oostkant van de Vughterweg vormt de reeks een omkadering van enkele plantsoenen die een afwisselende onderbreking vormen langs het rechte tracé van de Vughterweg. Als onderdeel van deze reeksen en tezamen met de hier eveneens gesitueerde forse laanbeplanting maakt het bedoelde object deel uit van een waardevol en harmonieus ensemble.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenHet in 1936-1937 door de Eindhovense architect M. van Beek gebouwde pand is een goed voorbeeld van villabouw uit het interbellum. Karakteristiek voor deze zowel in de hoofdvorm als in de detaillering gaaf bewaard gebleven en in landhuisstijl uitgevoerde villa is de schilderachtige en asymmetrische opzet met een afgewolfde kap, ramen met veelruits roedenverdeling en luiken, alsmede een in het linker dakschild grijpend markant dakhuis. Door zijn opzet en vormgeving geeft het zorgvuldig vormgegeven ontwerp een helder beeld van de contemporaine ontwikkelingen. Ook grote delen van het interieur zijn gaaf bewaard gebleven.3. Cultuurhistorische waardenHet gebouw heeft cultuurhistorische waarde als markant voorbeeld van villa-architectuur uit de jaren 1930. Het bouwwerk geeft een goede indruk van de wijze, waarop de gegoede middenklasse in deze periode was gehuisvest. Daarnaast verwijst het pand, als onderdeel van de representatieve bebouwing langs een uitvalsweg van de stad naar de contemporaine ideeën omtrent de invulling van de op een stad of dorp aansluitende toegangswegen. Als een onderdeel van de bebouwing langs de rand van het kleine villawijkje Vughterpoort verwijst het object naar de Bossche stadsuitbreidingen tijdens het interbellum toen dit wijkje ter plekke van een gesloopte gasfabriek is aangelegd.Het object Vughterweg 27, bestaande uit een uit 1936-1937 daterende vrijstaande villa met een bijbehorende tuinmuur met een dubbel houten draaihek, is op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente ‘s-Hertogenbosch. | 5 |
1928 | F.G.M. van der Leij |
1943 | dr. H.J.J. van Velthoven (leeraar lyceum, doctor aardr.k.) |
E. Verhees & A. Vos, Historische atlas van ’s-Hertogenbosch. De ruimtelijke ontwikkeling van een vestingstad, Amsterdam 2005